publieke sector, deel van de economie dat bestaat uit alle niveaus van overheid en door de overheid gecontroleerde ondernemingen. Het omvat niet particuliere bedrijven, vrijwilligersorganisaties, en huishoudens.
de algemene definitie van de overheidssector omvat eigendom of zeggenschap van de overheid in plaats van louter functie en omvat dus bijvoorbeeld de uitoefening van overheidsgezag of de uitvoering van de openbare orde., De centrale overheidsdienst in de centrale en subnationale overheidsinstellingen, die als concentrische cirkels wordt afgebeeld, definieert de binnenste cirkel van de overheidssector. In dit geval is het onderscheid tussen de overheidssector en de particuliere sector relatief eenvoudig—het is duidelijk in termen van arbeidsverhoudingen en het recht om de overheidsmacht uit te oefenen. De volgende cirkel omvat een aantal verschillende quasi-gouvernementele organisaties die echter buiten de directe lijn van verantwoording binnen de overheid worden geplaatst. Voorbeelden variëren van socialezekerheidsfondsen tot regionale ontwikkelingsorganisaties., De buitenste cirkel wordt bevolkt door staatsbedrijven, meestal gedefinieerd door het eigendom van de overheid of het bezit van de meerderheid van de aandelen. Vanaf de jaren tachtig werden in een aantal ontwikkelde landen staatsbedrijven op grote schaal geprivatiseerd, hetzij gedeeltelijk, hetzij volledig (voorbeelden variëren van luchtvaartmaatschappijen tot de telecomsector), hoewel staatseigendom nog steeds een wijdverbreid verschijnsel is, bijvoorbeeld op het gebied van het openbaar vervoer.,
De term openbare sector wordt ook gebruikt voor analytische doeleinden, in het bijzonder in tegenstelling tot de particuliere sector en de derde of vrijwillige sector. Dit maakt het mogelijk om de omvang van staatsactiviteiten binnen de bredere economie in kaart te brengen (ook voor vergelijking in ruimte en tijd). Bovendien worden er onderscheidende patronen en operationele procedures in de publieke sector belicht.
wetenschappers worden steeds meer geconfronteerd met de moeilijkheid om de publieke sector te definiëren., Privatisering, delegatie van publieke macht (bijvoorbeeld in gevangenissen), de gezamenlijke publiek-private dienstverlening, die gewoonlijk als “publiek” wordt beschouwd, en institutionele herschikkingen hebben de identificatie van de publieke sector bemoeilijkt, vooral met het oog op vergelijkende analyse. Voor sommigen is het begrip “publieke sector” dus alle conceptuele kracht verloren, gezien de problemen bij het definiëren van duidelijke grenzen.