vaak worden de termen HIV en AIDS door elkaar gebruikt, wat leidt tot verwarring over hun verschillen. Hier bespreken we de definitie en verschillen van beide termen.
HIV staat voor ‘human immunodeficiency virus’. HIV behoort tot een groep virussen die retrovirussen worden genoemd. HIV valt witte bloedcellen binnen het immuunsysteem aan. Deze cellen blijven de rest van hun leven geïnfecteerd. Indien niet behandeld, zal HIV zich ontwikkelen tot AIDS.
AIDS staat voor ‘acquired immune deficiency syndrome’., (Het wordt soms aangeduid als’ late stadium HIV ‘of’gevorderde HIV-ziekte’. Het is een overkoepelende term voor de ziekten die optreden als gevolg van het hebben van onbehandelde HIV-infectie voor meerdere jaren, waardoor het immuunsysteem ernstig beschadigd is en niet in staat om infecties te bestrijden. De ziekten en symptomen zullen variëren voor elke persoon die AIDS heeft, maar kunnen levensbedreigende infecties en kanker omvatten.
elke persoon met AIDS heeft HIV, maar niet elke persoon met HIV zal AIDS ontwikkelen., Omdat er nu veel behandelingsmogelijkheden beschikbaar zijn voor mensen met HIV, ontwikkelen veel minder mensen AIDS. Vaak zijn degenen die AIDS ontwikkelen mensen die niet op HIV zijn getest en nooit zijn behandeld. Eenmaal begonnen met HIV-behandeling, kan overlijden als gevolg van AIDS worden voorkomen.
de enige manier om erachter te komen of je HIV hebt, is om getest te worden op het virus. Er is geen test voor AIDS, omdat het een verzameling van infecties en ziekten die optreden als gevolg van onbehandelde HIV-infectie. Vaak, mensen kunnen een reeks van hen ervaren voordat HIV wordt ontdekt dat de oorzaak., Daarom is AIDS soms moeilijk te diagnosticeren.
Uiteindelijk is HIV een virus dat het immuunsysteem aanvalt en AIDS is een term die alleen kan worden gebruikt als HIV ernstige schade aan het immuunsysteem heeft veroorzaakt.