doelstellingen en achtergrond: het evalueren van de uitkomst van volwassen patiënten met de novo acute myeloïde leukemie in het Italiaans sprekende deel van Zwitserland en het identificeren van prognostische factoren, tijd tot progressie en totale overleving.
methoden en onderzoeksopzet: gegevens van alle volwassen patiënten met acute myeloïde leukemie van januari 1984 tot December 2003 werden retrospectief verzameld., Univariate en multivariate analyse voor tijd tot progressie en totale overleving werden uitgevoerd.
resultaten: de incidentie van acute myeloïde leukemie in de volwassen populatie in Zuid-Zwitserland is 2,6/100.000 per jaar. Voor 128 patiënten waren volledige klinische en pathologische gegevens en follow-upinformatie beschikbaar. De mediane leeftijd was 67 jaar (spreiding, 18 tot 94). De mediane follow-up was 97 maanden. De mediane totale overleving was 6 maanden, met een totale overleving van 2 jaar van 16%. De mediane tijd tot progressie was 3 maanden., Vijfendertig patiënten (mediane leeftijd, 80 jaar) kregen de beste ondersteunende zorg en/of palliatieve chemotherapie. De mediane overleving in deze subgroep was 2 maanden. Van de 93 patiënten die met curatieve Intentie werden behandeld, waren er 48 ouder dan 60 jaar. Het percentage complete remissie na inductiechemotherapie was 80% bij patiënten jonger dan 60 jaar en 31% bij patiënten ouder dan 60 jaar (P < 0,0001). De totale overleving na 2 jaar was respectievelijk 40% en 12% (P < 0,0005)., Het recidiefpercentage was 61% en slechts 28% van de patiënten die herinductiechemotherapie kregen, bereikte een tweede complete remissie. Van de patiënten die met curatieve Intentie werden behandeld, werd 52% behandeld in een klinisch onderzoek. Hun mediane leeftijd was significant lager dan die welke niet in een onderzoek waren opgenomen: 57 vs 66 jaar (P < 00001). Patiënten die in een onderzoek werden behandeld hadden een significant betere prognose dan degenen die niet op deze manier werden behandeld (mediane overleving, 12 vs 6 maanden)., Patiënten die als eerstelijnstherapie met hoge doses cytarabine werden behandeld (toegediend aan 25 van de 93 patiënten die met curatieve Intentie werden behandeld) hadden een betere overleving dan degenen die standaard cytarabine-doses kregen (P < 0,0005). De uitkomst van de na 1993 behandelde patiënten was significant beter (P = 0,026) dan die van de eerder behandelde cohort. In multivariate analyse (exclusief cytogenetische gegevens), alleen leeftijd (P = 0,005), performance status > 1 (P = 0,001) en behandeling gegeven voor/na 1993 (P = 0.,044) bleken onafhankelijke prognostische factoren te zijn voor zowel de totale overleving als de tijd tot progressie.
conclusies: de meeste patiënten met acute myeloïde leukemie zijn ouder dan 60 jaar en hun resultaat is nog steeds teleurstellend. Voor jongere patiënten is de prognose beter als ze een hoge dosis cytarabine krijgen als post-remissie therapie en als ze worden behandeld in de setting van een klinisch onderzoek.