alle woorden behoren tot categorieën die woordklassen (of spraakklassen) worden genoemd, afhankelijk van de rol die ze in een zin spelen. De belangrijkste woord klassen in het Engels zijn hieronder vermeld.

Zelfstandig naamwoord

werkwoord

Bijvoeglijk naamwoord

voornaamwoord

voorzetsel

conjunct

Determiner

uitroepteken

Zelfstandig naamwoord

een zelfstandig naamwoord is een woord dat identificeert:

Lees meer over zelfstandige naamwoorden.,

werkwoord

een werkwoord beschrijft wat een persoon of ding doet of wat er gebeurt. Bijvoorbeeld, werkwoorden beschrijven:

an action – jump, stop, explore
an event – snow, happen
a situation – be, seem, have
a change – evolve, shrink, width

Lees meer over werkwoorden.

Bijvoeglijk naamwoord

een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een zelfstandig naamwoord Beschrijft en er extra informatie over geeft. Bijvoorbeeld:

een spannend avontuur
Een groene appel
Een nette kamer

Lees meer over bijvoeglijke naamwoorden.,

bijwoord

een bijwoord is een woord dat wordt gebruikt om informatie te geven over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Ze kunnen de Betekenis van een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord sterker of zwakker maken, en verschijnen vaak tussen het onderwerp en het werkwoord (ze verloor bijna alles.)

Lees meer over bijwoorden.

voornaamwoord

voornaamwoorden worden gebruikt in plaats van een zelfstandig naamwoord dat al bekend is of al is genoemd. Dit wordt vaak gedaan om herhaling van het zelfstandig naamwoord te voorkomen. Bijvoorbeeld:

Laura vertrok vroeg omdat ze moe was.,Anthony bracht de avocado ‘ s mee.
dat is de enige optie die overblijft.
er zal iets moeten veranderen.

persoonlijke voornaamwoorden worden gebruikt in plaats van zelfstandige naamwoorden die verwijzen naar specifieke mensen of dingen, bijvoorbeeld Ik, Ik, Mijn, u, uw,zijn, haar, haar, wij, zij of zij. Ze kunnen als volgt worden onderverdeeld in verschillende categorieën volgens hun rol in een zin:

  • subjectieve voornaamwoorden
  • objectieve voornaamwoorden
  • bezittelijk voornaamwoord
  • reflexieve voornaamwoorden

Lees meer over voornaamwoorden.,

voorzetsel

een voorzetsel is een woord zoals after, in, to, on, and with. Voorzetsels worden meestal gebruikt voor zelfstandige naamwoorden of voornaamwoorden en ze tonen de relatie tussen het zelfstandig naamwoord of voornaamwoord en andere woorden in een zin. Ze beschrijven bijvoorbeeld de positie van iets, het tijdstip waarop iets gebeurt, of de manier waarop iets wordt gedaan.

Lees meer over voorzetsels.

voegwoord

een voegwoord (ook wel een bindmiddel genoemd) is een woord zoals en, omdat, maar, voor, als, of, en wanneer. Voegwoorden worden gebruikt om zinnen, zinnen en zinnen met elkaar te verbinden.,De twee belangrijkste soorten staan bekend als coördinerende voegwoorden en ondergeschikte voegwoorden.

Lees meer over voegwoorden.

Determiner

de determiner de staat soms bekend als het bepaalde lidwoord en de determiner a (Of an) als het onbepaalde lidwoord.

Lees meer over determiners.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *