de luminositeit van een object is een maat voor zijn intrinsieke helderheid en wordt gedefinieerd als de hoeveelheid energie die het object in een vaste tijd uitzendt. Het is in wezen het vermogen van het object en als zodanig kan het worden gemeten in eenheden zoals Watt. Astronomen geven echter vaak de voorkeur aan luminositeiten door ze te vergelijken met de luminositeit van de zon (ongeveer 3,9 × 1026 Watt). Op deze manier kan de helderheid van een ster worden uitgedrukt als 10 L⊙ in plaats van 3,9 × 1027 Watt.,

luminositeit kan worden gerelateerd aan de absolute magnitude met de vergelijking:

waarbij L* de luminositeit van het object in kwestie is en Lstd een referentieluminositeit (vaak de luminositeit van een ‘standaard’ ster zoals Vega).

luminositeit kan worden opgegeven voor de energie die binnen een eindige golflengte wordt uitgestraald (bv. de optische luminositeit), of kan worden opgegeven voor de energie die over het gehele elektromagnetische spectrum wordt uitgestraald (de “bolometrische” luminositeit)., Opgemerkt moet echter worden dat de meting van de helderheid van een object kennis van de schijnbare magnitude en de afstand tot het object vereist. Schattingen van de lichtkracht zijn daarom gebaseerd op nauwkeurige afstandsmetingen.

De helderheid van hoofdreekssterren is ongeveer evenredig met hun massa tot de vierde macht, d.w.z. L ∝ M4.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *