artistieke opleiding en vroege invloeden
Er is verrassend weinig bekend over Vermeer ‘ s beslissing om schilder te worden. Hij registreerde zich als meesterschilder in het Sint-Lucasgilde in Delft op 29 December 1653, maar de identiteit van zijn meester(s), de aard van zijn opleiding en de periode van zijn leertijd blijven een mysterie.,aangezien Vermeer ‘ s naam niet vermeld staat in Delft archiefarchieven in de late jaren 1640 of vroege jaren 1650, is het mogelijk dat hij, zoals bij veel aspirant-Nederlandse kunstenaars, naar Italië, Frankrijk of Vlaanderen reisde. Hij kan ook zijn opgeleid in een ander artistiek centrum in Nederland, misschien Utrecht of Amsterdam. In Utrecht zou Vermeer kunstenaars hebben ontmoet die ondergedompeld waren in de vrijmoedige expressieve tradities van Caravaggio, waaronder Gerrit van Honthorst., In Amsterdam zou hij de impact hebben ondervonden van Rembrandt Van Rijn, wiens krachtige chiaroscuro-effecten de psychologische intensiteit van zijn schilderijen versterkten.stilistische kenmerken van beide picturale tradities—de Utrechtse school en die van Rembrandt—zijn te vinden in Vermeer ‘ s vroege grootschalige bijbelse en mythologische schilderijen, zoals Diana en haar nimfen (CA. 1653-54; ook wel Diana en haar metgezellen genoemd) en Christus in het Huis van Maria en Marta (CA. 1654-56). De meest opvallende assimilatie van de twee tradities blijkt uit Vermeer ‘ s de procureurs (1656)., Het onderwerp van deze scène van huurlingenliefde is ontleend aan een schilderij van de Utrechtse schoolkunstenaar Dirck van Baburen uit de collectie van Vermeer ‘ s schoonmoeder, terwijl het diepe rood en geel en de sterke chiaroscuro-effecten doen denken aan Rembrandts schilderstijl. De schemerige figuur links van de compositie is waarschijnlijk een zelfportret waarin Vermeer de gedaante aanneemt van de verloren zoon, een rol die Rembrandt ook had gespeeld in een van zijn eigen ‘vrolijke gezelschap’ -scènes.,in de vroege jaren 1650 zou Vermeer ook veel inspiratie hebben gevonden in zijn geboortestad Delft, waar de kunst een snelle transformatie onderging. De belangrijkste kunstenaar in Delft in die tijd was Leonard Bramer, die niet alleen kleinschalige geschiedenisschilderijen maakte-dat wil zeggen moreel opbouwende afbeeldingen van Bijbelse of mythologische onderwerpen—maar ook grote muurschilderingen voor het Hof van de Prins van Oranje. Uit documenten blijkt dat Bramer, die katholiek was, als getuige voor Vermeer diende bij zijn huwelijk., Hoewel het erop lijkt dat Bramer op zijn minst een vroege pleitbezorger voor de jonge kunstenaar was, wordt nergens gezegd dat hij Vermeer ‘ s leraar was.een andere belangrijke schilder die Vermeer in Delft gekend moet hebben in deze periode was Carel Fabritius, een voormalig leerling van Rembrandt. Fabritius ‘ evocatief peinzende beelden en innovatief gebruik van perspectief lijken Vermeer sterk te hebben beïnvloed. Dit verband werd opgemerkt door de dichter Arnold Bon, die in zijn schrijven over Fabritius ‘ tragische dood in 1654 in de Delftse poederhuisexplosie opmerkte dat “Vermeer meesterlijk op pad trapte., Hoewel Vermeer op de hoogte was van Fabritius ‘ werk, is er ook geen bewijs dat hij samen met Fabritius studeerde.ongeacht de omstandigheden van zijn vroege artistieke opleiding, begon Vermeer vanaf de tweede helft van de jaren 1650 scènes uit het dagelijks leven af te beelden. Deze genreschilderijen zijn die waarmee hij het vaakst geassocieerd wordt. Gerard Terborch, een kunstenaar uit Deventer die meesterlijk textuur gaf in zijn voorstellingen van huishoudelijke activiteiten, heeft Vermeer wellicht aangemoedigd om scènes uit het dagelijks leven na te streven., Zeker is de invloed van Terborch zichtbaar in een van Vermeer ‘ s vroegste genreschilderijen, meisje dat een brief leest bij een Open raam (ca. 1659), waarin hij een rustige ruimte creëerde voor de jonge vrouw om haar brief te lezen. In tegenstelling tot de karakteristieke donkere interieurs van Terborch baadde Vermeer deze Opmerkelijk private scène in een stralend licht dat vanuit een open raam naar binnen stroomde., Het schilderij toont ook de groeiende belangstelling van Vermeer voor illusionisme, niet alleen in het opnemen van een geelgroen gordijn dat aan een stang over de bovenkant van het schilderij hangt, maar ook in de subtiele reflecties van het gezicht van de vrouw in het open raam.Vermeer ‘ s interieurscènes in deze periode werden ook beïnvloed door het werk van Pieter De Hooch, een toonaangevende genreschilder in Delft in die tijd. De Hooch was een meester in het gebruik van perspectief om een lichtgevulde binnen-of binnenplaats scène te creëren waarin figuren comfortabel gesitueerd zijn., Hoewel er geen documenten zijn die Vermeer en de Hooch met elkaar verbinden, is het zeer waarschijnlijk dat de twee kunstenaars in deze periode nauw contact hebben gehad, aangezien het onderwerp en de stijl van hun schilderijen in die jaren sterk op elkaar leken. Vermeer ’s blik op de huizen in Delft (ca. 1658; ook wel het straatje genoemd) is zo’ n werk: net als bij de binnentaferelen van de Hooch portretteerde Vermeer hier een wereld van huiselijke rust, waar vrouwen en kinderen in de geruststellende setting van hun huizen hun dagelijks leven leiden.,