informatie en getuigenissen gepresenteerd door een partij in een civiele of strafrechtelijke procedure die conclusies mogelijk maken die indirect het bestaan of de nonexistentie van een feit of gebeurtenis die de partij probeert te bewijzen aantonen.
indirect bewijs is ook bekend als indirect bewijs. Het wordt onderscheiden van direct bewijs, dat, indien aangenomen, het bestaan van een bepaald feit bewijst zonder enige gevolgtrekking of vermoeden vereist., Indirect bewijs heeft betrekking op een reeks andere feiten dan het te bewijzen specifieke feit. De partij die indirect bewijs levert, stelt dat deze reeks feiten, door rede en ervaring, zo nauw verbonden is met het te bewijzen feit, dat het te bewijzen feit eenvoudig kan worden afgeleid uit het bestaan van het indirecte bewijs.,de volgende voorbeelden illustreren het verschil tussen direct en indirect bewijs: als John getuigt dat hij Tom een pistool zag heffen en op Ann schoot en dat Ann vervolgens op de grond viel, is John ‘ s getuigenis direct bewijs dat Tom Ann neerschoot. Als de jury John ‘ s getuigenis gelooft, dan moet ze concluderen dat Tom Ann heeft neergeschoten., Als John echter getuigt dat hij Tom en Ann naar een andere kamer zag gaan en dat hij Tom tegen Ann hoorde zeggen dat hij haar ging neerschieten, een schot hoorde en Tom de kamer zag verlaten met een rokend Pistool, dan is John ‘ s getuigenis indirect bewijs waaruit kan worden afgeleid dat Tom Ann neerschoot. De jury moet bepalen of John ‘ s getuigenis geloofwaardig is.
indirect bewijs wordt meestal gebruikt in strafprocessen., Veel omstandigheden kunnen leiden tot gevolgtrekkingen over de schuld van een verdachte in een criminele zaak, waaronder het verzet van de verdachte tegen arrestatie; de aanwezigheid van een motief of gelegenheid om het misdrijf te plegen; de aanwezigheid van de verdachte op het tijdstip en de plaats van het misdrijf; elke ontkenning, ontwijkingen of tegenstrijdigheden van de kant van de verdachte; en het algemene gedrag van de verdachte. Bovendien is veel wetenschappelijk bewijs indirect, omdat het vereist dat een jury een verband legt tussen de omstandigheid en het feit in kwestie., Bijvoorbeeld, met vingerafdruk bewijs, moet een jury een verband leggen tussen dit bewijs dat de verdachte een object behandeld dat verband houdt met het misdrijf en de Commissie van het misdrijf zelf.
Boeken, Films en televisie bestendigen vaak de overtuiging dat indirect bewijs niet gebruikt mag worden om een crimineel van een misdaad te veroordelen. Maar deze opvatting is onjuist. In veel gevallen is indirect bewijs het enige bewijs dat een verdachte aan een misdrijf linkt; direct bewijs bestaat misschien gewoon niet., Als gevolg hiervan kan de jury slechts indirect bewijs hebben om te bepalen of een persoon die van een misdrijf wordt beschuldigd, veroordeeld of vrijgesproken moet worden. In feite heeft het Hooggerechtshof van de VS verklaard dat “indirect bewijs intrinsiek niet verschilt van testimonial evidence” (Holland v. Verenigde Staten, 348 U. S. 121, 75 S. Ct. 127, 99 L. Ed. 150 ). Het onderscheid tussen direct en indirect bewijs heeft dus weinig praktische gevolgen voor de presentatie of de toelaatbaarheid van bewijs in processen.