door Liz Walter veel leerlingen van het Engels hebben problemen met artikelen (de woorden a, an en de), vooral als ze niet in hun eigen taal bestaan. Deze blog kijkt naar een aantal van de basisregels.
de regel nummer één is deze: als een woord aftelbaar is (bijvoorbeeld één boek, twee boeken), moet je altijd een artikel gebruiken (of mijn, zijn, enz.):
Ik heb een boek gelezen. √
Ik lees boek.,
Dit is waar, zelfs als er bijvoeglijke naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord staan:
hij rijdt in een oude auto. √
hij rijdt in een oude auto.
gebruik nooit een of een met een woord dat meervoud is (bijvoorbeeld boeken, bomen) of ontelbaar (bijvoorbeeld water, advies):
Ik vroeg haar om advies. √
Ik vroeg haar om advies.
merk op dat we a gebruiken voor woorden die beginnen met een medeklinker (een paard, een wortel) en een voor woorden met een klinker (een appel, een olifant).
het volgende belangrijkste om te begrijpen is het verschil tussen a/an en de., In principe gebruiken we a / an als we niet hoeven te zeggen over welk ding we het hebben. We gebruiken het om over een specifiek ding te praten:
Ik nam een trein naar Londen. (het maakt niet uit welke trein)
de trein was te laat. (die trein was te laat)
we gebruiken vaak a wanneer we iets voor de eerste keer noemen, en dan veranderen naar het wanneer het duidelijk is over welk ding we het hebben:
hij sprak met een man. De man lachte.ze gaf hem een Cadeau. Het cadeau was erg duur.,
we gebruiken ook de wanneer het duidelijk is over welk ding we het hebben of wanneer er slechts één van iets is:
kunt u de deur sluiten, alstublieft?ik heb vanmorgen de badkamer schoongemaakt.
hij reisde de wereld rond.
De Zon is vandaag heet.
Als u zich aan de bovenstaande regels houdt, zult u in bijna alle gevallen correct zijn. Er zijn echter een paar uitzonderingen, en de volgende zijn de meest nuttige om te leren:
We Gebruiken Geen a / an voor de namen van de maaltijden:
We hadden lunch op de middag.,
We Gebruiken Geen a / an Voor woorden als school, gevangenis of universiteit wanneer we over ze praten op een algemene manier:
Ik hoop naar de universiteit te gaan.hij heeft drie jaar in de gevangenis gezeten.
met het woord ‘hospital’ is er een verschil tussen Brits en Amerikaans Engels:
mijn broer ligt in het ziekenhuis (VK) / in het ziekenhuis (VS).
we gebruiken de voor de namen van winkels of plaatsen waar we naar toe gaan voor diensten als ze degene zijn waar we meestal naar toe gaan:
Ik moet naar de supermarkt.
zij is naar de dokter gegaan.